De groep laat zien wat ik buitensluit
Als ik mijn pijnlijke deel niet liefdevol omarm dan zie ik dat terug in de groep of het team wat ik coach. Ik voel me machteloos, geïrriteerd, afgewezen en die ene deelnemer verstoort steeds weer het proces! Mijn lichaam verkrampt en de adem stokt op dat moment. Ik sluit me af en kom in een niet gekozen “binding” Als trainer, coach voelt het alsof ik plots tegen een ‘muur’ aanloop. Ik kan geen goed contact meer maken met de groep.
Mijn hoofd zegt dat er vele (externe) oorzaken te vinden voor deze gevoelens. Ze zijn echter slimme uitvluchten om niet in contact te hoeven zijn met een kwetsbaar thema wat in mij wordt aangeraakt De ‘magische beweging’ die volgt ken ik goed. Ga hard werken, mijn best doen. De eindevaluaties móeten goed zijn. Mijn ouders leefden dit principe voor.
Mijn eigen overdracht voor de groep benoemen is krachtig en waardevol maar het vraagt een grote mate van alertheid en de bereidheid van mij om er weer ‘langs’ te gaan. Dit deel werkelijk in te sluiten te omhullen. Iedere keer opnieuw.
En natuurlijk lukt me dat niet altijd. Geen probleem trouwens, de groep of coachee laat me dit wel zien en voelen. Een andere indicatie voor overdracht is voor mij de mate waarin ik de groep of deelnemer innerlijk in- of uitsluit. Dit laat zich dan zien als een oordeel. Het is voor mij een signaal dat er ‘iets’ niet mag zijn. Kan ik iemand echt welkom heten? Dit is de opgave die past bij mijn gave.
Kunnen ze niet zien dat ik er ook bij wil horen? Te accepteren dat ik doe wat ik doe is een leerproces aangezien ik het heel graag goed wil doen. Ik zie mijzelf weer op het schoolplein staan. Een onzeker jongetje met rood haar wat (onbewust) de gelegenheid biedt om de onmacht van andere kinderen op te projecteren. Ik straal uit waar zij niet mee om kunnen gaan. Ben ik welkom hier?
‘Uit gemis wordt verlangen geboren.’
Deze zin raakt mij ieder keer weer. Ik ben trainer en coach geworden uit een diep verlangen om gezien en gehoord te worden. Vanuit mijn schizoide masker voel en zie ik wat er nodig is. Moet mezelf steeds terugroepen om ook echt deelnemer te zijn in de verbinding met de ander. Weer in contact brengen wat uit contact is gegaan ken ik goed vanuit mijn geschiedenis.
Ik heb mijn vak er van gemaakt, hoe kon het anders? Ik word stil als ik me realiseer dat in de kwetsuur ook mijn ‘parel’ is ontstaan. Het invoelen van wat bij de ander speelt en mijn intuïtieve kant bijvoorbeeld zijn hierdoor goed ontwikkeld.
Het werken met mensen, individueel en met groepen, blijft naast het inhoudelijke en didactische vakmanschap een ontdekkingstocht naar mijzelf. Wat gebeurt er in het contact? Wat kom ik hierin tegen? Het is niet toevallig dat ik mensen coach op het verbinden met hun potentieel. Ik ken de beweging van “weggaan” en terugkomen in mijzelf inmiddels maar al te goed.
Het vak als trainer en coach zo te leven en te delen geeft me, na alle jaren, een diepe voldoening. Het is voor mij als ‘thuiskomen’ en in contact zijn met mijn bestemming. Zelfacceptatie van alles wat ik meeneem als trainer opent ‘het nieuwe’ in de ontmoeting en vormt de bodem voor verbinding met de groep. Vanuit dit open hart kan ik alles insluiten, dán stroomt het; ‘Welkom vandaag, fijn dat je er bent!’.
“Wellicht zijn alle draken in ons leven
uiteindelijk wel prinsessen die er in angst en beven
slechts naar haken
ons eenmaal dapper en schoon te zien ontwaken.
Wellicht is alles wat er aan verschrikking leeft
in diepste wezen wel niets anders dan iets
dat onze liefde nodig heeft.”
Rainer Maria Rilke