Stilte in de wind

,

Tijdens mijn eerste ochtendwandeling in Groenland merk ik dat er geen ontkomen aan is, ik ga mezelf hier tegenkomen. 

“Hallo, dit wilde je toch?” zegt een stemmetje in me. Met een zucht ga ik zitten op een rots.

De stilte is magistraal, alleen de wind en het schuren van mijn jas is hoorbaar. 

 

Alles wat ik denk, voel of doe wordt uitvergroot, alsof er een dia op een witte muur wordt geprojecteerd. Afleidingen, mensen, “daar en dan” zijn er tijdens deze vroege ochtendwandeling niet. 

Ik weet dat het vroeg is door mijn horloge, ‘s nachts blijft het namelijk licht. De midzomernachten van Groenland…… 

Het is: ‘ik, die kei, deze heuvel, de koude wind en de uitgestrekte vlakte’

 

In deze stilte worden relaties zichtbaar, vooral die met mezelf.

Ik ‘zie’, voel mijn magische gedachten en wil me ook hier aanpassen, sterk zijn merk ik. En ja, die beweging ken ik maar al te goed. Mijn moeder is ook hier bij me, “hou vol, iedereen is wel eens moe” hoor ik haar zeggen. Wat heeft ze me dit principe voorgeleefd als kind van de oorlogsjaren! 

De achterkant van deze kwaliteit ken ik ook. Te hard werken, mezelf daarin verliezen om mijn onmacht en eenzaamheid niet te hoeven voelen.  

Dit land spiegelt mijn familiedynamieken. Ik leef hier in een “landschapsopstelling”   

 

Er is steeds meer contact met hier en nu. 

Het lijkt alsof de bergen leven en de kleine vogel die me volgt heeft ook iets te zeggen. 

Dit is intenser waarnemen of zijn dan ik me ooit kan herinneren. Ja, de bergen in Oostenrijk of een mooie zonsondergang in Afrika komen in de buurt maar de werking van deze stilte is overdonderend.

Ze zeggen dat in deze vallei de oudste aardkorst ter wereld is. Zou dat ook invloed hebben?

 

Het is dansen tussen angst en vertrouwen. 

Ik loop via een steil pad een berg op. ‘Ben ik straks niet te laat voor het ontbijt?’,  “Zou die ijsbeer van gisteren straks voor mijn neus staan?’ ‘en “Hoe zou het zijn als dit mijn laatste kwartier op aarde was?

Ik besef plots dat ik helemaal niets in te brengen heb. Dit ruige, schitterende land met zijn meedogenloze kou, het scherpe licht en donkerte maakt dat je wel moét buigen. Leven en dood liggen hier dicht bij elkaar. Om hier te kunnen overleven dien je de wetten van de seizoenen te volgen. En bij die gedachte stap ik bijna op een wit stuk bot van een muskusos. “zie je wel, dit klopt!”. 

 

Bij de mensen uit Groenland stroomt het oer gevoel van buigen en respect voor de aarde nog door hun bloed. Ze geloven niet in engelen maar des te meer eren ze hun voorouders.

 

Contact met anderen, en dit heb ik ook mogen ervaren, komt rechtstreeks van uit het hart. Tijdens de hug sniffen ze. Er wordt gezegd dat Eskimo’s hiermee  je ziel en emoties ruiken. Da’s nog eens contact maken!

Ze brengen de stilte en hun glimlach mee in de ontmoeting. 

 

Groenland is het enige land dat nog nooit oorlog heeft gekend. Ik vermoed dat dit in de ziel van deze mensen zit. Ondanks de missionarissen, Denen, IJslanders, Noren (en ja  ook de Hollanders) is de puurheid van hun achtergrond voelbaar. 

Ik realiseer me plots dat mijn voorouders misschien ook uit winstbejag op hun walvissen hebben gejaagd. 

Zou dit nog een systemisch “dingetje” zijn?

 

Die middag is er een ceremonie om onze voorouders te eren. “Ze geven ons kracht & inspiratie” wordt gezegd. 

Dat is voor mij voelbaar. 

 

“We kunnen onze overledenen niet begraven omdat de grond te hard is. Daarom  leggen we stenen op en om het dode lichaam. De dieren nemen de spirit van onze voorouders op. Als de dieren doodgaan nemen de planten de spirit van onze dierbaren op. Wanneer de planten sterven dan nemen de rotsen de spirit van onze voorouders op.

Daarom geloven we dat de wijsheid, liefde en kracht van onze voorouders voortleeft in de rotsen en de bergen” 

Angaangaq Angakkorsuaq, sjamaan uit Groenland

De groep als spiegel

Als ik mijn pijnlijke deel niet liefdevol omarm, dan zie ik dat terug in de groep of het team wat ik coach. Ik voel me machteloos, geïrriteerd, afgewezen en die ene deelnemer verstoort steeds weer het proces! Als trainer, coach voelt het alsof ik plots tegen een ‘muur’ aanloop. Ik kan geen goed contact meer maken met de groep.

De prijs van veiligheid

Inleiding

Carel Boers heeft aan de bel getrokken. Binnen de Politieorganisatie blijkt er, volgens hem, sprake te zijn van ernstig grensoverschrijdend gedrag: discriminatie, intimidatie, corruptie enz. Ondanks het feit dat deze misstanden meerdere malen zijn gerapporteerd aan de leiding, is er niets of nauwelijks iets met deze informatie gedaan.

Korpschef Erik Akkerboom reageerde met drie opmerkingen: 

1. “Ja, de informatie klopt”;

2. “Wij zijn als politie organisatie ook een onderdeel van de maatschappij”; 

3. “Dit gedrag is ontoelaatbaar”.

Dit artikel gaat over het systemisch perspectief wat onder het grensoverschrijdende gedrag binnen de Politieorganisatie een rol kan spelen. Vanuit deze invalshoek is niet gewenst gedrag geen oorzaak maar een symptoom van een onderliggende organisatiedynamiek. 

Het is, systemisch gezien, een signaal dat verwijst naar een verstoring in de ordening. Het gaat dan niet meer over “goed” of “fout”. 

De standaardreactie hierop: angst, schrik, oordeel, afgrijzen, straffen, berispen etc. lost het probleem mijns inziens niet op (integendeel). De essentie van het probleem blijft onderhuids voortwoekeren.

 

Persoonlijk geweten

Systemisch gezien kan iemand loyaal zijn aan de miskende slachtoffers binnen een organisatie. Het kan bijna niet anders dan dat deze identificatie ook herkenbaar is vanuit het eigen familiesysteem van herkomst. De vraag is aan wie of wat is diegene loyaal vanuit zijn of haar persoonlijke geschiedenis door dit op zich te nemen? 

Wie of wat wordt hiermee erkend of met wiens lot identificeert hij zich?En hoe zit het met het eigen daderschap?

Openbaar maken wat verhuld moet blijven is een offer uit diepe loyaliteit.

 

Het offer van Carel Boers kan inhouden dat hij nooit meer wordt gevraagd iets voor de Politie te doen. Daarnaast is het goed mogelijk dat andere potentiële  opdrachtgevers wel drie keer na zullen denken alvorens hem voor een klus in te huren. Voor je het weet hangt de vuile (bedrijfs)was buiten.

Als je de schaduw- of achterkant van een organisatie openbaar maakt is het lot van iedere klokkenluider dat ze buitengesloten worden door de groep waar ze ooit onderdeel van uitmaakten. Ze worden dan, gezien vanuit het perspectief van de organisatie, vaak als verrader bestempeld. 

Ad bos, Fred Spijkers en Chelsea Mannings kunnen hierover meepraten.

De slogan van Carel Boers is: verschil moet je vieren. Dit lijkt dan misschien mooi en prettig, het is echter slechts één kant van de medaille. Hij sluit wat mij betreft hiermee de andere zijde buiten. De achterkant van een feestje, wat impliceert dat het leuk moet zijn, betekent ook dat je na afloop de rommel die achterblijft moet opruimen of schaam je je  rot voor het gedrag van je vrienden. 

“Verschil” kan ook hard, pijnlijk, eenzaam, onbegrepen, irritant en emotioneel gewelddadig zijn. En dat is nou precies wat intern bij de Politie zichtbaar wordt. Er is veel moed voor nodig om met een “slecht geweten” je af te keren van de eigen groep. “Slecht” betekent hier ontrouw worden aan het groepsgeweten.

Sterker nog; ik vermoed dat Carel Boers er van overtuigd is dat hij het goede heeft gedaan. Hij voelt zich hierin onschuldig maar maakt zich tegelijkertijd schuldig aan het verraden van zijn eigen nest. 

Een persoonlijk geweten kan tegen het groepsgeweten ingaan.

 

Het Groepsgeweten

Een organisatie is gericht op overleven en het collectieve groepsgeweten is leidend. Bij iedere mogelijke bedreiging voor het systeem moet er worden gereageerd door de groepsleden. 

Mensen reageren hierin dan niet zozeer vanuit hun persoonlijke waarden, al lijken deze verbaal nadrukkelijk aanwezig, maar zijn ze “in dienst” genomen van iets groter en krachtiger; het groepsgeweten.

Ik weet zeker dat meerdere werknemers van The Weinstein Company afwisten van de onethische gedragingen. Maar vanuit een diepe loyaliteit aan het groepsgeweten breng je dit niet naar buiten.  

 

De schaduw leren insluiten

“Wat je buitensluit daar zit je aan vast”

Iedere mens, familie, groep of organisatie heeft dus een storage box met aan de buitenkant een nagenoeg ondoordringbaar rolluik waar we pijnlijke zaken aan het zicht kunnen onttrekken. 

Of het nu de Politie is, de Katholieke Kerk met haar misbruikschandalen, een Stichting tegen oorlog waar het bestuur elkaar de tent uitvecht of een studentenvereniging die haar leden mishandeld; de onderliggende patronen zijn steeds hetzelfde. Er worden zaken ingesloten: “dit mag je van ons zien en horen” en buitengesloten: “dit mag niemand weten”.

Als toeschouwer buiten de organisatie zie je iets heel anders (mits je achter de rolluik kan kijken), namelijk destructief, grensoverschrijdend en onacceptabel gedrag.

In systemisch taalgebruik noemen we dit gedrag van groepsleden onschuldig, de  gevolgen van dit gedrag zijn dat echter niet.

 

“Zo binnen zo buiten”

Interessante paradox is dat bij een organisatie die als leidend principe heeft te streven naar een veilige(r) maatschappij naar binnen toe de veiligheid niet altijd kan waarborgen. Politiemensen worden dagelijks blootgesteld aan soms buitengewoon spannings- volle situaties. En wat voor effect heeft dit dan op de interne organisatie ?

 

Wat je buitensluit werkt ook op een bepaalde manier door naar binnen (en vice versa). Kan het zijn dat politieagenten mogelijk teveel dader- en slachtofferenergie meenemen terug de organisatie in? En speelt hier wellicht dan ook een diep verlangen naar controle op de eigen angsten wat grensoverschrijdend gedrag kan veroorzaken?

“Zolang je de schaduwen in jezelf of in een organisatie niet erkend en onder ogen ziet dan worden ze sterker”

Systemisch gezien werken de dynamieken in een organisatie als een mobile. Als je één element naar beneden duwt heeft dat invloed op het geheel.

Bijvoorbeeld:

  • in zorginstellingen is er bijvoorbeeld sprake van een (grote) onbalans tussen geven en nemen. Werkelijk alles moet wijken voor de cliënten, ondanks dat veel medewerkers uitgeput zijn. Hard werken is de ` onschuldbeweging en voor jezelf kiezen voelt als “schuld”.
  • Als een directieteam met elkaar overhoop ligt dan ontstaat er onrust bij de onderliggende afdelingen. Of anders gezegd; als ouders onenigheid hebben ontstaat er bij de kinderen een gevoel onrust. Hun basisgevoel van veiligheid en vertrouwen wordt bedreigd.

Wat te doen?

De volgende stappen zouden mijns inziens gezet moeten worden;

  • Gewenst en ongewenst gedrag zien in het licht van onderliggende dynamieken. 
  • Erkennen dat er misstanden zijn en dit in het volle licht naar buiten brengen.
  • De collega’s die als slachtoffer betrokken waren bij discriminerend en ernstige grensoverschrijdingen moeten erkend en dus gezien worden in de emotionele pijn en schade die hen is aangedaan.
  • Het daderschap moet verbonden worden met de directe gevolgen voor de desbetreffende collega. 
  • De top van een organisatie zou deze voor hen pijnlijke situatie kunnen aangrijpen om te kijken naar datgene wat zijzelf(onbewust) buitensluiten. 

Waar is hun aandacht op gericht en wat kunnen ze daardoor niet zien?

  • Persoonlijke angst en onveiligheid moeten nadrukkelijker een plek krijgen in de organisatie en dus bespreekbaar worden gemaakt.
  • De sterke dynamiek dader en slachtoffer zou verder onderzocht kunnen worden middels een of meerdere organisatie opstellingen. 

Vraag is hier: wie of wat of wat wordt er stelselmatig buitengesloten? En welke situaties, mensen zijn er in het verleden onvoldoende geëerd?

Erik Akerboom heeft mijns inziens de eerste stap in zijn leiderschap genomen door deze pijnlijke situaties te erkennen en daardoor een plek te geven in zijn organisatie. Door dit te doen kan er een diepwerkende verandering ingezet worden.

Opstelling met Corona

Tijdens de opstelling stond CORONA in het midden met ertegenaan ANGST, beiden kijken naar MATERIE. Datgene wat toekijkt HET GROTE staat op enige afstand en kijkt toe. VERTROUWEN en HOOP staan om CORONA en ANGST.

De beweging die nu volgt is interessant.

CORONA en ANGST bewegen naar MATERIE (MATERIE wordt beschermd).
HOOP en VERTROUWEN nemen de opengevallen plek in van CORONA en ANGST.

Toen LIEFDE in de opstelling kwam kantelde echter alles. CORONA werd kleiner en ging uiteindelijk op de grond liggen.

Wat zegt dit?
De informatie die uit de opstelling komt is dat CORONA ons helpt om door onze angst voor materieel verlies heen te gaan. Hierdoor kan vertrouwen en hoop (weer) een plek krijgen IN ons en in de wereld.

CORONA helpt ons weer contact te maken met ons hart / de liefde. Deze werkt helend.

Wat je buitensluit krijgt macht

George Floyd is vermoord door een witte politieman. Hij is niet de enige en het zal helaas zeker niet de laatste zijn.

Gisteren zag ik een filmpje uit Bristol waarin Edward Colston van zijn sokkel werd gehaald en in het water werd gegooid. Een lynchpartij met veel gevoelens van genoegdoening bij omstanders. Ik snap de woede maar vond het niet fijn om te zien. Het herinnerde mij aan de vreselijke foto’s van zwarte mensen die vermoord worden door witte omstanders rond 1900 in Amerika. Dit was natuurlijk een bronzen beeld en gelukkig geen echt mens. Als hij geleefd had was hij vermoedelijk uit zijn huis gehaald.

Het negeren van onze schaduw kan grote gevolgen hebben.
Het probleem is dat als ik mijn eigen daderschap buitensluit de polariteit alsmaar groter wordt. Op een collectief niveau kunnen de gevolgen groot zijn.

Iets of iemand buitensluiten doen we -hoe subtiel ook- allemaal. De verandering die je wenst start bij jezelf. Nederland is heel goed in het helpen, eren van slachtoffers. Maar wat doen wij met ons persoonlijk en collectief daderschap?

Het probleem is dat als ik mijn eigen daderschap buitensluit, de polariteit alsmaar groter wordt. Iets of iemand buitensluiten doen we -hoe subtiel ook- allemaal. De verandering start bij jezelf.

Welke Nederlanders waren slavenhandelaars, hielpen in Westerbork, reden de treinen, joegen op Joden, pleegden misdaden in Indonesië, laten NU geen donkere mensen of met een andere achternaam toe bij uitzendbureaus? Ik pleit dat we niet alleen blijven opstaan tegen het buitensluiten van mensen maar ook ons persoonlijke en collectieve daderschap op een sokkel zetten.